Hans van Liempt

De "etser Hans van Liempt laat zich vooral door de rijkdom der natuur inspireren: de structuur van blad en bloem met het erin spelende licht." 
Is de beschrijving van zijn tentoonstelling in 1993 bij "Art & Creation", te Oudewater.

weloverwogen plan

"De techniek die ik nu gebruik staat in grote tegenstelling tot die eerste tegeldrukken. Het drukken van een ets in vier kleuren laat geen enkel toeval toe. Dat gaat naast allerlei schetsen en voorstudies gepaard met een weloverwogen plan. Alles moet precies kloppen. Hans van Liempt.

1950

Geboren in Eindhoven, woont en werkt sinds 1973 in Amsterdam.
En is als graficus autodidact

Galerie petit 

Hans heeft jaren zijn werk tentoongesteld en verkocht bij de Galerie Petit. Door het overlijden van de galeriehouders is de galerie opgehouden te bestaan.  De laatste expositie van Hans was 6 februari t/m 5 maart 2016 samen met Reinder Homen en Ardje de Graaf

Amsterdam Galerie Petit van 1986 tot 2016, Singer Museum Laren, Parijs Trace'88, Osaka Japan 1989.... klik hier voor overzicht

Artikel over Hans van Liept

Etser Hans Van Liempt:

’Licht en schaduw, dat geeft bladeren die steeds veranderende fascinerende vorm'

Artikel in Grasduinen, februari 1997 
auteur; Geert van der Broek

achtergrond plaatje
"Voor elke prent die ik maak, heb ik vooraf een werktitel Bij deze ets was dat nieuw licht'. Nu hij klaar is kun je het gewoon 'takje' noemen."

Had Hans van Liempt ergens anders gewerkt, dan waren zijn etsen waarschijnlijk ook anders geweest. Zijn onderwerp werd namelijk bepaald door het enige zicht vanuit zijn atelier op de wereld: het groene gebladerte van een Amsterdamse straat.

Van taal is bij Hans van Liempt weinig meer over. Zijn etsen ontberen zelfs een titel "Daar ben ik niet mee bezig geweest. " Dat leidt alleen maar af. De ets moet voor zichzelf spreken. Het is meer dan de afbeelding van een plant. Ze krijgen alleen een opusnummer mee, zodat bij telefonisch contact met de galeriehouder er geen verwarring ontstaat over welk werk het gaat.

Het is een kwestie van passen en meten in het kleine atelier van Hans van Liempt, tweehoog in de Amsterdamse Watergraafsmeer. Het kan allemaal net voor een persoon. Gezeten op de bureaustoel aan de werktafel moet je geen al te bruuske bewegingen maken, anders komt je rug onzacht in aanraking met de etspers. Ook visueel is het er overvol. Planken aan de wand torsen een onoverzichtelijke overvloed aan spullen. Er is slechts één raam, uitkijkend over de stille straat het kozijn omrandt als de lijst van een schilden van veel groen. Ook op de prikwand boven de werktafel is het dringen Mededelingen, foto's, tekeningen, proefdrukken, krantenknipsels. Een met de hand geschreven gedicht:


“Ze rukte mij een droom uit handen
schreef met kleurkrijt op de stoep
Ze gaf me werkelijkheid te drinken
voor het eerst had ik de buitenwereld lief” 

"Vroeger schreef ik gedichten en verhalen. Ik dacht dat daar mijn toekomst lag, en wilde dan ook doorstuderen in de literatuur. Maar soms had ik buien of stemmingen hoe je het maar wilt noemen, die ik zelf omschreef als “Ik heb geen taal." Dan ging het niet, dan kon ik niet schrijven. Had ik geen woorden tot mijn beschikking. Terwijl ik toch de behoefte had me uit te drukken. Dan zocht ik wegen om wat anders te doen, uitstapjes om maar niet bezig te zijn met taal. Dat waren verkenningen op het beeldende vlak. Ik zocht ruwe straatstenen of stoeptegels afgesleten, met barsten of bemorst met cement. Tegels met structuur, met een geleefd oppervlak. Die zeulde ik mee naar binnen en ging ze dan te lijf met water zeep, kaarsvet, allerlei drukinkten. En daar maakte afdrukken van op papier. Monoprints voor het woord kende. Een speelse bezigheid waarvoor ik me zo eens in de maand een dagje gunde. De resultaten waren puur toevallig willekeurige vlekken. Leuk zo bezig te zijn met je handen in plaats van met je hoofd. Maar op een gegeven moment wilde ik meer. Meer sturen.

Toen kwam die dag, ik weet het nog precies: 13 september 1979. Weer in de weer met tegels en papier. Maar nu met een vooropgezet idee. Het onderwerp lag voor de hand: mijn raam met daarachter het groene gebladerte en het prachtige licht dat daarop viel. Of tenminste, iets in die steer. De eerste paar drukken waren niets, maar ineens was daar iets waar ik zelf van schrok. Die druk was toen voor mij subliem, precies wat ik bedoelde. Er ging iets door me heen, alsof ik in plaats van een veertig watt lampje te zijn ineens duizend watt uitstraalde. Voor het eerst kwam er iets uit mijn handen wat me meer ontroerde dan alles wat ik daarvoor had gedaan. Vanaf dat moment wist ik zeker dat ik de taal de taal zou laten en verder alleen nog maar grafisch beeldend bezig wilde zijn."


“ER VALT NIETS TE VERDOEZELEN”

"De techniek die ik nu gebruik staat in grote tegenstelling tot die eerste tegeldrukken. Het drukken van een ets in vier kleuren laat geen enkel toeval toe. Dat gaat naast allerlei schetsen en voorstudies gepaard met een weloverwogen plan. Alles moet precies kloppen. Vanuit die stoeptegels gedacht zou het logisch zijn geweest als ik me verder met steendruk lithografie, zou hebben beziggehouden. Door een toeval en een aardige vrouw die me de techniek leerde, werd het de ets. Daarna heb ik heel lang op het atelier van de Werkschuit in Amsterdam het geleerde in de praktijk gebracht en allerlei zaken bijgeleerd. Mijn supervisor daar maakte me bewust van de sfeer die aan een ets kleeft. Een ets is meestal klein, moet op de hand bekeken worden. Een kwart krant is al groot In die kleine ruimte moet je je uiten. De techniek is een intiem proces waar veel geduld voor nodig is. Ze is ook onverbiddelijk alles wat je doet wordt geregistreerd. Er valt niets te verdoezelen"

Als je in zwart-wit werkt, ben je een flink aantal dagen bezig met het maken van een ets, nog afgezien van het drukken. In de techniek die ik gebruik aquatint in vier kleuren heb je ook nog eens te maken met vier keer zoveel werk dus ben ik ook vier keer zo lang bezig. Dat kan makkelijk oplopen tot enkele weken, soms maanden. Als ik hard werk- en dat doe ik meestal wel - kom ik van schets tot een oplage drukken tot vier prenten per jaar. Dat is dan een goed jaar, zonder tegenslagen als een lange griep, of mislukkingen.

Vier prenten lijkt weinig, maar dat zijn wel zestien heel precies geëtste platen. Je bent dus heel lang bezig met één onderwerp, dat geeft ook die intimiteit.
Door die tegel heb ik geleerd wat drukken is. Op de 'Werkschuit' heb ik de etstechniek geleerd. Maar om mezelf uit te drukken, heb ik een thema nodig waarin ik zoveel kwijt kan dat ik me zelf erin terug kan vinden. Dat thema was eigenlijk, zonder dat ik me dat realiseerde, vanzelfsprekend. Het openbaarde zich al door het enige zicht dat ik vanuit mijn atelier op de wereld had: het groene gebladerte in een Amsterdamse straat, die eerste opwindende tegeldruk. Ik ben geïnteresseerd in structuren. Licht, donker, schaduw. Soms moet je daarin een beetje geholpen worden. Op een gegeven moment kreeg ik een boek in handen van een Amerikaanse fotograaf, Andreas Feininger, met een titel als 'Vorm en functie in de natuur' [The Anatomy of Nature: How Function Shapes the Form and Design of Animate and Inanimate Structures throughout the Universe. New York: Crown, 1956. London: Thomas Yoseloff, 1956. New York: Dover, 1979. Nederlandse vertaling: Vorm en functie in de natuur: 170 foto's. Delft: W. Gaade, 1956.]. Dat ging over de ribbels in het zand van de woestijn en het inwendige van een slakkenhuis. Van de ribben aan een wervelkolom tot de bladeren aan een tak. Dat boek was voor mij een eye-opener. Het betekende een definitieve fascinatie voor dit soort grafische onderwerpen."

Boek: Vorm en Functie in de Natuur

Andreas Feininger foto's uit boek 'Vorm en functie in de natuur' 

"EEN INGEWIKKELDE SCHOONHEID' 

"Die liefde voor detail vind je terug in mijn werk. Mijn inspiratie is de steeds weer terugkerende herhaling van dezelfde vormen in de natuur. Zoals bij het bladerdek van een boom, een struik, bij grassen. Een simpele thematiek, maar steeds weer anders. Anders door lichtval, door kleuraccenten. En door wat ik er als kunstenaar mee doe.

Ik heb als onderwerp voor planten gekozen, voor bloemen en struiken, zonder dat ik daar verder veel van weet. Je kunt toch ook van iets houden zonder er de naam van te weten? Het licht en de schaduwwerking op bladeren, de daardoor steeds veranderende vorm, zijn voor mij enorm fascinerend. Je kunt je ogen op het licht fixeren, maar ook op de schaduw. Een onvermoede dimensie. Een enorme rijkdom aan vormen, een eenvoudige schoonheid, en tegelijkertijd een heel ingewikkelde schoonheid. Uit die steeds veranderende vorm kies ik mijn momenten. Het is een kwestie van dat moment vast te houden. Maar het komt terug, herkenbaar, de volgende dag of de dag daarop. Ik maak vrij grote, grove studies met potlood of aquarelverf! soms van hetzelfde onderwerp op verschillende tijdstippen. Ik kom terug op de momenten die me het meest zinnen, liefst op mooie dagen. En die schetsen werk ik dan uit op mijn atelier, nog steeds als voorstudie. Net zolang tot ik weet dat ik de juiste vorm heb gevonden. En dat die goed genoeg is voor een ets.

In de zomermaanden ben ik veel buiten, dan verzamel ik als een bij, nectar en stuifmeel, waar ik in de winter honing van maak. Op mijn atelier ontstaat na alle opwinding van buiten pas de rust van binnen. Daar ben ik eigen baas. Beslis ik. Zelfs over een extra zonnetje om een mooie extra schaduw te creëren.

Hoewel ik de techniek van het etsen ondertussen aardig onder de knie heb, is de! eerste druk voor mij elke keer weer een verrassing. Altijd anders dan ik dacht, maar vaak beter. Met het mengen van de verschillende kleuren drukinkten kan ik zelf daarna, als ik dat wil, nog een heleboel veranderen.

Wat er overblijft is een haast abstracte voorstelling, toevallig tot stand gekomen. Bijna architecturaal. Op die manier zie je behalve de voorstelling - of helemaal geen voorstelling - allerlei andere aspecten in mijn werk. Dan kun je zien dat er meer aan de hand is dan een simpel plaatje van een plant of bloem. Zie je de kem van mijn werk. De structuren. Die stoeptegel blijft op de achtergrond een belangrijke rol spelen.'

Solotentoonstellingen:

Hans van Liempt
Hans van Liempt werd geboren in Eindhoven en woont en werkt sinds 1973 in Amsterdam. 
Hij is als graficus zo goed als autodidact en exposeert sinds 1984.

  1. Amsterdam, Galerie Petit:
    1986-1989-1992-1996-2000-2007-2011-2016.
  2. Schiphol, De Zonneruiter: 1986-1987
  3. Winschoten, Cultureel Centrum De Klinker: 1987
  4. Lelystad, Stichting Passe Partout: 1988.
  5. Hilversum, Tilburg,IFF : 1988.
  6. Osaka, Japan, Taro Nakayma : 1988.
  7. Emmeloord, Gemeentehuis : 1992.
  8. Oudewater, Art and Creation Gallery: 1993 en 1996.
  9. Eindhoven, Museum Kempenland: 1994
  10. Eindhoven, Centrum voor Beeldende Kunst: 1996.
  11. Hattem, Voerman Museum: 1999.
  12. Purmerend, Museum Waterland/Kunstuitleen: 2005.
Hans van Liempt bio

Groepstentoonstellingen:

  1. Grafiek Nu, Singer Museum, Laren:
    1984, 1986, 1988, 1992, 1996, 1998, 2002
  2. Grafiek Nu, Nieuwe Kerk, Amsterdam: 1994.
  3. Graphic Art Now, Erasmus Huis, Jakart 1987
  4. Salon de Fontainebleau, "Hommage a la Hollande", Parijs, Frankrijk: 1987
  5. Zomertentoonstelling Ëen lyrische oogst",Meppeler Expositie Centrum, Meppel: 1988
  6. Trace 88, 111Bienale d Estampe Contemporaine, Parijs, Frankrijk: 1988
  7. Petit Parade, Singer Museum, Laren: 1990
  8. Petit Parade, Nieuwegein: 1991-1992:
  9. Print Europe, Concourse Gallery, London,UK: 1991
  10. Petit 1970-2000, Amsterdam: 2000
  11. Voerman Museum, Hattem -Kleingrafiek 2004
  12. Petit - Kleingrafiek 1996-2004
  13. Groei 2004 - Purmerend: 2004
  14. Art in Box, 2005
  15. Galerie Petit,2005 
  16. Kunst Rai 2005
  17. Voerman Museum Hattem, Klein Grafiek van Grafiek Nu: 2007